El Instituto Cervantes utiliza cookies propias y de terceros para facilitar, mejorar y optimizar la experiencia del usuario, por motivos de seguridad, y para conocer sus hábitos de navegación. Recuerde que, al utilizar sus servicios, acepta su aviso legal y su política de cookies.

   

Blog del Instituto Cervantes en Utrecht

Todo sobre nuestras actividades y servicios

Erasmus en zijn gedachtegoed

Por Mayke Merkx, alumna de español y colaboradora en la biblioteca del Instituto Cervantes de Utrecht.

Het Instituto Cervantes in Utrecht organiseert een reeks gesprekken over grote Europese denkers. Op donderdag 4 juni 2015 is het symposium: Klassieke stemmen voor een onzeker heden: Erasmus en het humanisme in de 21ste eeuw.

In dit artikel ligt het accent op Erasmus als een denker en zijn relatie met Spanje. Waarom was hij zo populair in heel Europa? Welk boek was in Europa populair; zijn boek Lof der Zotheid of was het Enchiridion. Zijn relatie met Spanje was slecht, maar hij was wel erg populair in Spanje. Wat was hiervoor de reden?

Biografie Desiderius Erasmus Roterdamus
De exacte geboortedatum van Erasmus is onbekend net zoals zijn geboorteplaats. Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat hij werd geboren rond 1466 in Gouda of Rotterdam. Hij overleed in Bazel op 12 juli 1536 en is begraven in de kathedraal van Bazel. De ouders van Erasmus woonden in Gouda en waren niet getrouwd omdat zijn Erasmus Holbeinvader een priester was. Hierdoor was hij een onwettig kind, in die tijd was dit een schande. Erasmus reist veel door Europa en verblijft enige tijd in Engeland, Frankrijk, België, Zwitserland, Italië en Duistland.

Omstreeks 1484 overleden zijn ouders vrij kort na elkaar. Hij werd opgevoed door voogden. Zij overtuigden hem om in 1487 in te treden in het klooster Stein bij Gouda van de orde van de Augustijner monniken. In 1492 werd hij tot priestergewijd. Eén jaar later werd hij secretaris van de bisschop van Kamerijk. Hij reist veel met hem door de Zuidelijke Nederlanden. In 1495 gaat Erasmus naar Parijs om theologie te studeren. Hij verblijft een halfjaar in Engeland waar hij onder andere de bekende humanist Thomas More, de schrijver van Utopia, ontmoet.

In 1506 vertrekt Erasmus naar Italië om theologie in Turijn te studeren. Hij gaat ook naar Venetië, Padua en Napels om over het geloof te praten. In 1509 reist hij terug naar Engeland en vertelt hij in een brief aan More dat hij een idee heeft voor een nieuw boek, Lof der Zotheid. Tijdens zijn reis werkt hij aan dit boek dat in 1511 wordt gepubliceerd. Huizinga beschouwt het als zijn beste werk. “want eerst waar humor deze geest doorlichtte, werd hij waarlijk diepzinnig. In de Lof der Zotheid gaf Erasmus iets wat geen ander dan hij aan de wereld had kunnen geven”.

Het jaar 1516 is een hoogtepunt in het leven van Erasmus. Hij wordt benoemd tot raadsheer van Karel V, heer der Nederlanden en koning van Spanje. Het is een eretitel waarvoor hij geld ontvangt. Als dank schreef hij Institutio principis christiani, een “traktaat over de opvoeding van de christenvorst”. De christelijke machthebbers moeten zich niet alleen laten leiden door publieke zaken maar ze moeten ook handelen in overeenstemming met de waarden van een humaan en christelijk leven. Door dit traktaat werd Erasmus bekender in Spanje. In dit jaar werd ook de herziening van het Nieuwe Testament in het Grieks met Latijnse vertaling, geschreven door Erasmus, in Bazel gepubliceerd.

Een jaar later, in 1517, krijgt hij het verzoek om naar de universiteit van Alcalá de Henares in Spanje te komen. Erasmus heeft geen zin om naar Spanje te gaan. Op 10 juni schreef hij in een brief aan Thomas More: “Non placet Hispania” («Spanje bevalt me niet”).

Erasmus over Spanje
Erasmus minacht Spanje en laat dit vaak blijken. Regelmatig zegt hij dat Spanje een land vol joden en idioten is. In een brief op 1 november 1519 aan Jan Šlechta in Bohemen laat hij nogmaals zijn tegenzin blijken: “Dat er zich Joden in jullie midden bevinden, is niet uitzonderlijk: het is wellicht net zo in delen van Italië en de rest van Duitsland, maar in het bijzonder in Spanje». Hij krijgt ruzie met de Spaanse bijbelgeleerden Diego López Zúñiga en Sancho Carranza de Miranda. Erasmus standbeeldZij vinden dat zijn vertaling van het Nieuwe Testament vol Hollandse stomheid staat, dit komt door het onmatige gebruik van boter en bier. Erasmus beantwoordt deze aantijgingen dat zij vreemdelingen zijn, joden of halve Moren, en van het onderwerp niets afweten.

In Spanje leefden meer dan 500 jaar lang drie geloven naast elkaar, Christendom, Jodendom en de Islam. In 1492 werden de laatste Moren uit Spanje verdreven en werd het Christendom de officiële godsdienst. Er ontstond een conflict en politieke intolerantie met de oorspronkelijke Christenen enerzijds en de recent bekeerden Christenen anderzijds. Eén van de uitingen hiervan waren de «Spaanse statuten over de zuiverheid van het bloed». Hiermee probeerde men de “verjoodsing” van de samenleving tegen te gaan.

In die tijd leidde een Joodse of Moorse afkomst tot een sociaal isolement. De nieuwe christenen, die leden onder deze sociale ongelijkheid, zochten hoop in de interpretatie van Erasmus van het christendom, omdat hij streefde naar broederschap van de mensheid. In Spanje vielen Erasmus’ ideeën op vruchtbare bodem vanwege dit geloofsconflict. In essentie is het gedachtengoed van Erasmus een religieuze beweging, maar in Spanje krijgt het een politieke, sociale en culturele dimensie. Deze verder ontwikkelde ideeën van Erasmus worden in Spanje “Erasmismo” genoemd. Erasmus was Nederlander maar het “Erasmismo” is Spaans, volgens Abellán

Enchiridion
In Nederland is Erasmus vooral bekend door zijn boek Lof der zotheid. In Europa wordt hij meer gewaardeerd voor zijn boek Enchiridion (handboek voor de christenstrijder) gepubliceerd in 1503. In het Enchiridion beschrijft Erasmus zijn standpunten over de religieuze praktijk.

Het is in de eerste plaats een pleidooi voor een sobere, algemeen christelijke levenshouding. Hij probeert een soort “kunst der vroomheid” te geven. Hij wil het christendom veranderen van het zichtbare naar het onzichtbare, want ware vroomheid is niet uiterlijk maar innerlijk. Volgens Erasmus wordt er teveel waarde gehecht aan ceremoniën en formaliteiten zoals bedevaarten, processies, heiligen en reliekverering. Zijn kritiek op de kerk en zijn vertegenwoordigers is samen te vatten in een paar woorden: «Monachtus non est pietas», “Het kloosterleven is niet hetzelfde als vroomheid”. Dit zinnetje staat op de laatste pagina van het boek in de epiloog en is ontelbare keren bediscussieerd.

Enchiridion in Spanje
In Spanje is het boek erg populair. De schrijver Bataillon van het boek Erasmo y España spreekt over een “erasmiaanse invasie”. Het werd gelezen aan het hof van de keizer, in steden, kerken en kloosters en zelfs in herbergen onderweg. Toch was Erasmus niet populair onder de Franciscaner en Dominicaner monniken.

Veelzeggend is dat het werk van Erasmus werd uitgegeven door de universiteit in Alcalá de Henares, die is opgericht door kardinaal Cisneros, hoofdpersoon uit de Spaanse renaissance. De verandering van het cErasmus muuteksthristendom zoals verkondigt door Erasmus vallen gedeeltelijk samen met de humanistische ideeën van deze Universiteit. Daar had Erasmus aanvankelijk ook de meeste bewonderaars. In maart 1525 kreeg de universiteit het recht om Enchiridion (El Enchiridion o Manual del caballero Cristiano) uit te geven in Spanje. Dit is twintig jaar na de eerste publicatie van het boek, enigszins laat maar het werd een bestseller en werd voortdurend herdrukt.

Juan Maldonado, een van Erasmus’ bewonderaars, schreef in september 1526 dat de drukkers weliswaar duizenden exemplaren op de markt brachten maar de vraag desondanks niet konden verwerken. De vertaler van het werk, Alonso Fernández de Madrid, kon zijn enthousiasme niet bedwingen. “Overal heeft men de Spaanse versie van het Enchidrium in handen. Mensen van alle standen lezen het. En ook al heeft men van Erasmus nog nooit gehoord, dankzij dit boek ligt zijn naam op ieders lippen”. “Geen waar verkoopt op dit moment in Spanje beter dan het werk van Erasmus” merkte Gattinara’s secretaris in een brief aan zijn collega in Vlaanderen op. En hij voegde eraan toe: “en dat dankzij de monniken”.

Erasmus´ tegenstanders
Ondanks de populariteit van dit boek zijn er ook tegenstanders, de Augustijner en Franciscaner monniken. In 1527 dienden zij een aanklacht tegen Erasmus in bij de Inquisitie. Erasmus werd beschuldigd van ketterij en dwaling. De groot Inquisiteur, de Koning, de aartsbisschoppen van Sevilla en Toledo waren voorstanders van Erasmus’ werk. Tijdens een conferentie in Valladolid in de zomer van 1527 zouden de aanklachten worden besproken maar door pestgevaar werd het uitgesteld. Ze kwamen echter nooit bijeen en de hele zaak werd vergeten.

In 1536 publiceerde Miguel de Eguía, de Spaanse uitgever van het werk van Erasmus, een pamflet. Hierin werden de dogma’s van de Kerk verdedigd tegen de godslastering van Luther en de ketterse ideeën van Erasmus. Vanaf dat moment wordt het werk van Erasmus in Spanje minder gepubliceerd. Spoedig werd zijn werk zelfs verboden. De eerste keer gebeurde dit in september 1537 met de Colloquia met als argument dat de vertaling slecht zou zijn en hij pleitbezorger van Luther was. In de jaren vijftig van de zestiende eeuw werd het volledige werk van Erasmus verboden. Vanaf 1556 is er een ondergrondse beweging.

 

Praktische informatie over het symposium:
Donderdag 4 juni om 19.00 uur
Klassieke stemmen voor een onzeker heden: Erasmus van Rotterdam en het humanisme in de 21e eeuw.

Día E

Por Isabel-Clara Lorda Vidal, directora del Instituto Cervantes Utrecht

Como cada año el Instituto Cervantes celebra el Día E, día del español, en Madrid y en todas sus sedes del mundo. Un día festivo que inició su andadura hace siete años y que celebra la vitalidad del español como lengua de comunicación internacional y la riqueza y vasta cultura de un idioma hablado por mas de 500 millones de personas.

La cita este año es el sábado 20 de junio. El Instituto Cervantes de Utrecht se suma el_dia_e-2015_instituto_cervantes_600_es a esta celebración con un variado programa de actividades para todos los públicos en colaboración con diversas instituciones españolas y latinoamericanas.

Se inicia la jornada a las 12 de la mañana, con una conferencia de Fernando Iwasaki, escritor peruano afincado en España, sobre el valor del español como lengua de cultura. Bajo el título de La Mancha extraterritorial, Iwasaki nos hablará de aquellos escritores que eligieron al español como lengua literaria y que construyen su obra desde lenguas y culturas distintas a las suyas. La conferencia será presentada por el embajador del Perú en La Haya, Excmo. Sr. D. Carlos Herrera.

Durante toda la jornada estará abierta al público la exposición de fotografías que reproduce la obra del paisajista mexicano Jose María Velasco y que llega a Los Países Bajos gracias a la Embajada de México. Visiones del Anáhuac recoge obra del artista realizada entre 1861 y 1910, una muestra de paisajes reales e imaginarios de un país a pinto de despuntar a la modernidad.

Los niños de 5 a 12 años disfrutarán de la jornada con un taller realizado en español y holandés sobre el español en el mundo que tendrá lugar de 14.00 a 15.00. A través del juego, conocerán aspectos geográficos, naturales y culturales de los diferentes países de habla hispana.

La música no puede faltar en una jornada festiva. Susana Raya Trío ofrecerá a las 14.00 un concierto de canciones hispanas de todos los estilos, desde la copla y el bolero hasta el pop, flamenco y rumba. Y a las 15.30 el grupo TríoE interpreta música y canciones del nuevo y viejo continente.

Para combatir la punzada de nostalgia que pueda producir la música, habrá la ocasión de alegrar los ánimos con bebidas populares de diversos países hispanos.

¡Les esperamos con ilusión el 20 de junio en el Instituto Cervantes de Utrecht!

Más información en www.cervantes.nl

De impact van een oorlog op een eenvoudige vrouw en een ode aan het leven.

Por María Nieto

Colometa is het levensverhaal van Natalia, tegen de achtergrond van de Spaanse burgeroorlog. Natalia is een eenvoudige vrouw in Barcelona, haar eerste man geeft haar de koosnaam Colometa (Duifje). We maken mee hoe Natalia verandert van een naïef, verliefd meisje in een rijpe, volwassen vrouw. Hoewel haar verhaal nergens een directe beschrijving van de gruwelijkheden van die oorlog geeft toont het wel de immense impact die een oorlog op een individu kan hebben. Het is een persoonlijk verhaal met herkenbare menselijke colometa-monologo-blogemoties als angst en twijfel, verdriet en wanhoop, maar ook hoop en vreugde. Het verhaal laat zien hoe deze vrouw de tand des tijds doorstaat, hoe zij zich ontwikkelt en hoe zij verandert, om uiteindelijk te worden wie zij is op de dag van haar sterven. Een bezoeker schreef over Colometa: ’Door de taal en door het spel kwamen we getroost uit de voorstelling.’

Colometa is behalve een persoonlijke en aangrijpende geschiedenis over de gevolgen van een burgeroorlog ook een ode aan de schoonheid van het leven en de kracht van de liefde. Teder en zinnelijk stoft Natalia haar verleden af, rijgt ze de beelden in het heden aan elkaar en wordt de pijn van de oorlog en haar vroeger leven als Colometa helder in haar hoofd en in haar hart. Márquez zegt in bewondering over de roman: Een mens die nog weet hoe de dingen heten heeft zijn ziel al half gered.

Op speelt Rosmarie Blaauboer de monoloog Colometa in Een aangrijpende en ontroerende voorstellingstelling gebaseerd op de roman La Plaça del Diamant van Mercè Rodoreda. Volgens Gabriel García Márquez de mooiste roman die er in Spanje na de burgeroorlog is uitgegeven. De reacties op de voorstelling variëren van ‘een indrukwekkende en ontroerende voorstelling’, tot ‘ik heb 100 minuten op het puntje van mijn stoel gezeten’.

Adres: Instituto Cervantes, Domplein 3, Utrecht
Aanvang: 28/05/2015 op 20:00 uur
Bekijk alle informatie 

 

Una mirada sobre la literatura contemporánea catalana en el Instituto Cervantes de Utrecht

Por María Nieto

Importantes editoriales holandesas han apostado por la literatura catalana. El Instituto Cervantes de Utrecht reúne el jueves 21 de mayo a las 19.00 horas a dos destacados traductores literarios, Frans Oosterholt y Pieter Lamberts, para hablar de su trabajo y trazar un panorama de la literatura catalana contemporánea. El coloquio será moderado por la profesora Anna Escofet, de la Universidad de Amsterdam.

Grandes nombres considerados clásicos contemporáneos, como Josep María de Sagarra y Narcís Oller, y autores más recientes como Miquel de Palol, Jaume Cabré, Maite Carranza, Pius Alibek y LLuis-Anton Baulenas han sido vertidos al neerlandés. ¿Qué nos aporta la lectura de sus obras? ¿Cuáles son las tendencias actuales de la narrativa catalana?

A la semana siguiente, el 28 de mayo, en homenaje a la La plaça del diamant, la famosa novela de Mercè Rodoreda, la actriz holandesa Rosmarie Blauboer interpretará el personaje de Colometa en un monólogo teatral que tendrá lugar en el Instituto Cervantes a las 20.00.

Se puede encontrar más información, también en neerlandés, en el enlace:  Clásicos contemporáneos de la literatura catalana

Un patrimonio con duende. Exposición homenaje al flamenco

Por María Nieto

El viernes 16 de enero de 2015 arrancó la Bienal de Flamenco en los Países Bajos. El Instituto Cervantes de Utrecht participa con actuaciones y también con una exposición homenaje, con fotos de Chema Conesa.

Un poco de historia:OLYMPUS DIGITAL CAMERA
El flamenco fue reconocido en el año 2010 como Patrimonio Cultural Inmaterial de la Humanidad.

Esta expresión artística constituye la seña de identidad de nuestra cultura mas universalmente reconocida. Su imagen, su sonido, su espíritu apasionado y desgarrado, define a los ojos del mundo exterior el universo de la idiosincrasia hispana.

Como expresión artística, el flamenco fusiona el cante, el baile y el acompañamiento musical o toque. La guitarra como instrumento rey, pone el sonido base sobre el que la voz y el ritmo dibujan los diferentes modos de interpretación. –los palos,- y en estos se recoge todo el recorrido expresivo de un arte que nace para la alegría y la tristeza, la pasión y el dolor, el recogimiento y el sobresalto, la tradición y la renovación.

El flamenco tiene en su adn la diversidad cultural de su procedencia, el arraigo identitario en la sociedad que lo vive, la tradición oral y una vocación abierta a la fusión con otras expresiones artísticas.Flamenco_exposicion_3

Su peso en la cultura española es cada día más y mejor reconocido, su estudio nos descubre la fusión cultural integradora que ejerce en la diversidad de este país. Su duende, evoca todo lo mágico de una expresión artística que consigue universalizar su mensaje pasional.

Origen de la exposición:
Como reivindicación y homenaje a los artistas y trabajadores de este género, la Comunidad de Madrid con motivo del festival Suma Flamenca, propuso una exposición de fotografías de gran formato instaladas en la calle Fuencarral, ubicadas en el boulevard entre la glorieta de Quevedo y la de Bilbao.

Se trata de retratos en los que aparecen en parejas, identificadas con sus nombres y oficios, las grandes figuras de este arte junto a trabajadores, técnicos, artesanos, cuadros del toque y del baile, hosteleros y empleados de esta industria cultural que han mantenido la llama viva de esta identidad en perpetua evolución, y han conseguido convertirse en aspiración y meta de prometedores aspirantes de este género.

Los retratos buscan una igualdad en el plano fotográfico al ser todos de cuerpo entero y sobre fondo negro. En cuanto a su contenido, los protagonistas aparecen en sus trajes habituales de trabajo. En cuanto a su expresión, aparecen en actitud serena, buscando la sobriedad en el gesto y evitando lo interpretativo.Flamenco_exposicion_2

Las fotografías estuvieron colocadas en ambas caras de monolitos alquilados para la ocasión, de 170 cms de ancho por 236 cms de alto, que pesan por unidad 375 kilos, asegurados en estabilidad y eficacia ante cualquier fenómeno atmosférico y ya utilizados en otros eventos similares. Su instalación requirió de una grúa pluma situada sobre el camión que los transporta.

Su colocación en la zona peatonal de la calle Fuencarral tuvo la función de crear un pasillo jalonado por los enfrentamientos de los monolitos en las zonas libres de terrazas o parques infantiles existentes en esa calle. Su colocación fue perpendicular a las fachadas de los edificios, permitiendo crear un diálogo entre el discurso de los monolitos. Una hilera se colocó aproximadamente en la línea de farolas y la otra en la línea de bancos, lo que permitió dejar una avenida libre de más de cinco metros de ancho por donde pasear y contemplar a ambos lados las imágenes al caminar, fuera cual fuese la dirección de la marcha.OLYMPUS DIGITAL CAMERA

El número de fotografías estuvo entre 30 y 40, dependiendo finalmente del número de monolitos adecuado, que se fijó entre 15 y 20.

Las imágenes se imprimieron con tintas av que consiguieron una luminosidad alta bajo luz residual de farolas públicas. Estuvieron adhesivadas sobre dibón rígido y con un tratamiento anti graffiti, que permitió una fácil limpieza inmediata. Su instalación sobre los monolitos se hizo por la parte superior de los mismos, lo que evitó cualquier manipulación no deseada.

Una vez finalizada la exposición, la Comunidad de Madrid ha conservado los paneles de las fotografías para su eventual exhibición en otros eventos.

Bajo la supervisión de la Dirección General de Artes Escénicas, el comisariado y la dirección y realización artística de este proyecto corrió a cargo de Chema Conesa, que ha contado con la colaboración de los responsables del festival Suma Flamenca, la coordinación de Lidia Lechado, el estilismo y maquillaje de Germán Cabrera, y la ayuda técnica deFlamenco_exposicion_4 Marcos García.

Las fotografías han sido realizadas en las instalaciones de los Teatros del Canal.

La exposición en Utrecht:
Las fotografías expuestas ahora en Utrecht, son una muestra de las imágenes tomadas por Chema Conesa con un formato adaptado al espacio del edificio del Instituto Cervantes. Si bien la presentación se aleja de la forma y el objetivo del proyecto original, si que comparte su esencia en cuanto a hacer un homenaje al flamenco con fotografías de una calidad técnica y estética excepcional. Ya no sólo la luz o los personajes conocidos y desconocidos, sino la composición, las líneas, los colores… todo se aúna para hacer de esta exposición un visita que merece la pena.

  • Twitter
  • Facebook
  • Correo electrónico
  • RSS

Instituto Cervantes Utrecht

Dirección: Domplein 3, 3512 JC, Utrecht (Países Bajos) Tel.: +31 302428470 Fax: +31 302332970 Horarios: Información y comunicación: De lunes a jueves: 10:00-18:00 Viernes: 10:00-15:00 Biblioteca: De lunes a jueves: 13:00-18:30 Viernes: 10:00-13:00 Contacto: cenutr@cervantes.es http://utrecht.cervantes.es

Categorías / Categorieën

© Instituto Cervantes 1997-2025. Reservados todos los derechos. cenutr@cervantes.es