El Instituto Cervantes utiliza cookies propias y de terceros para facilitar, mejorar y optimizar la experiencia del usuario, por motivos de seguridad, y para conocer sus hábitos de navegación. Recuerde que, al utilizar sus servicios, acepta su aviso legal y su política de cookies.

   

Blog del Instituto Cervantes en Utrecht

Todo sobre nuestras actividades y servicios

Las Majas van Goya

El 29 de marzo de 2018 en Historia del arte por | Sin comentarios

Por Mayke Merkx, colaboradora del departamento de cultura del Instituto Cervantes de Utrecht

Francisco de Goya y Lucientes is een van de beste Spaanse schilders, geboren op 30 maart 1746 in Fuendetodos en overleden op 15 april 1828 in Bordeaux. Hij is een schilder uit de Romantiek, een stroming in de schilderkunst in de 19e eeuw.

Goya was hofschilder maar hij was ook bevriend met veel Spanjaarden die de ideeën van de Verlichting aanhingen en hiermee deelde hij de afkeer van onrechtvaardigheid, fanatisme, religie en bijgeloof.
Hij was een voortreffelijke portrettist en schilderde ook idyllische taferelen in heldere kleuren. In zijn ingewikkelde werk verbindt hij het vriendelijke, klassieke, monsterlijke, denkbeeldige en zijn innerlijke wereld.

In oktober 1824 verlaat Goya het onderdrukkende hof van Fernando VII en vlucht naar Bordeaux in Frankrijk. In deze stad overlijdt hij in 1828 op 82 jarige leeftijd.

LAS MAJAS

De schilderijen “Las Majas”: La Maja Desnuda, (De Naakte Maja, 1800), en La Maja Vestida, (De Geklede Maja, 1802), behoren tot de topstukken van Goya’s werk en zijn de meest onderzochte en beschreven werken.
Rond 1800 gaf Manuel de Godoy, de belangrijkste adviseur van koning Carlos IV, aan Goya de opdracht om een liggende naakte vrouw te schilderen. Godoy woonde in een modern paleis in Madrid waar hij een kunstcollectie had van meer dan duizend werken waaronder 26 van Goya. Hij was ook in het bezit van de Venus van Velazquez. Een deel van zijn collectie hing in een verborgen kamer die slechts toegankelijk was voor speciale gasten. De Geklede Maja hield de Naakte Maja verborgen en met een katrol kon hij deze aan mensen laten zien.
In de Spaanse schilderkunst zijn er weinig naakte vrouwen. Ze werden als obsceen beschouwd door zowel de streng katholieke koningen als door de kerk zelf. Hierdoor werden ze door de Inquisitie in beslag genomen of vernietigd. Alleen een man met zoveel macht kon openlijk ingaan tegen de eisen van de kerk en de inquisitie.
In 1815 werd Godoy ontslagen door de nieuwe koning Fernando VII en zijn grote kunstcollectie werd in beslaggenomen. De inquisitie stelde een onderzoek in naar “Las Majas” en beval Goya om voor het tribunaal te verschijnen om toe te lichten of dit zijn werk was, met welk doel hij ze had geschilderd en in wiens opdracht. Het is onduidelijk of Goya ook echt voor het tribunaal is verschenen.
De schilderijen bleven in het depot van de “Real Academia de Bellas Artes” in Madrid gedurende de hele negentiende eeuw en werden voor het eerst tentoongesteld in 1901 in het Prado. Daar hangen ze nu nog steeds naast elkaar.

BESCHRIJVING

Het onderwerp is niet een Venus maar een naakte vrouw van de straten van Madrid.

Venus voor de spiegel, Velazquez omstreeks 1647-51

Venus voor de spiegel, Velazquez omstreeks 1647

Velazquez schilderde het meest bekende naakt in de Spaanse kunst voor Goya, niet als een echte vrouw maar als de godin Venus. Hij voegde er een cupido aan toe met een spiegel. De vrouw wordt van achter geschilderd waardoor de borsten en schaamstreek verborgen blijven. Goya daarentegen schilderde de naakte vrouw met haar gezicht en haar uitgestrekt lichaam naar de toeschouwer toe en creëerde hiermee een nieuw type vrouwelijk naakt.

 

 

De naakte vrouw ligt op een groene fluwelen bank met haar handen achter haar hoofd en niet over haar geslachtsdelen. De manier waarop het geschilderd is, de compositie en de penseelstreken zijn uitzonderlijk. Het wit van de geplooide stof en kussens zijn op een impressionistische manier weergegeven.

La Maja Desnuda Goya 1800

La Maja Desnuda Goya 1800

De pose van de Maja is niet zo subtiel als van de vroege Venussen. Ze slaapt niet, ze doet niet alsof iets anders haar bezighoudt, ook kijkt ze niet weg en ze weet dat er naar haar gekeken wordt. Ze laat zich aan de toeschouwer zien zonder enige vorm van schaamte. Het is waarschijnlijk voor de eerste keer in de schilderkunst dat schaamhaar wordt geschilderd. Dit is een echte vrouw van vlees en bloed die pronkt met haar seksuele aantrekkingskracht met als doel om de toeschouwer te verleiden.

 

La Maja Vestida Goya 1802

La Maja Vestida Goya 1802

De Geklede Maja werd enkele jaren na De Naakte Maja geschilderd en is ondanks de kleuren, roze ceintuur en groen, gele jasje veel minder levendig en verleidelijk. Het geeft een geromantiseerd beeld van de Spaanse zigeuner cultuur.

 

 

WIE IS LA MAJA?

Het is nog altijd de vraag wie La Maja van Goya is. Cayetana, hertogin van Alba, de minnares van Goya of Pepita Tudó, de minnares van Godoy, of slechts een onbekend Madrileens meisje.
Cayetana, hertogin van Alba
In 1775 ging Goya samen met zijn vrouw Josefa Bayue in Madrid wonen. Daar leerde hij Cayetana, de hertogin van Alba, kennen. Zij is dikwijls door hem geportretteerd. Het is nog steeds onduidelijk of Goya een relatie had met de hertogin, maar zij heeft in ieder geval een grote invloed op zijn werk gehad.
Hun bijzondere relatie blijkt onder andere uit het onderstaande schilderij.

Duquesa de Alba de negro

Duquesa de Alba de negro

Bij de restauratie van het schilderij in 1959 werd het woord “solo” (alleen) ontdekt. Het was verborgen onderaan op de grond in het schilderij naast Goya; “Alleen Goya”
De legende over de hertogin van Alba bleef kunsthistorici fascineren tot ongenoegen van de familie van de hertogin. In 1945 gaf de graaf van Alba de opdracht om de overblijfselen van Cayetana op te graven met als enige doel om aan te tonen dat de structuur van haar botten niet overeenkwamen met de lichaamsbouw van “La Maja Desnuda”.
Daarnaast werd in het Prado met radiografisch onderzoek vastgesteld dat het gezicht van “La Maja Desnuda” origineel is. Het afgebeelde gezicht, mogelijk van de hertogin, is dus niet overgeschilderd zoals sommige mensen beweerden. Waardoor het lichaam bij het gezicht hoort.
Pepita Tudó

La Maja Vestida/ Pepita Tudó

La Maja Vestida/ Pepita Tudó

Een andere mogelijkheid zou kunnen zijn dat het gaat om Pepita Tudó, de minnares van Godoy. De overeenkomst met het gezicht van Las Majas van Goya is verrassend.
In 1870 suggereerde Pedro Madrazo, zoon van de directeur van het Padro, dat het om Pepita Tudó kon gaan. Toentertijd werd het schilderij in het depot in van “La Academia de San Fernando” in Madrid bewaard. De tekst van Madrazo bleef volledig onopgemerkt door de kunsthistorici over Goya.
Het gezicht van een door een onbekende schilder geschilderd meisje, waarschijnlijk Pepita Tudó, lijkt verrassend veel op La Maja van Goya. Het schilderij maakt nu deel uit van de collectie van Museo Lázaro Galdiano in Madrid.
Dat Godoy een hechte band met Pepita had, blijkt alleen al uit het feit dat hij na zijn ontslag in 1815 door de nieuwe koning Fernando VII, samen met haar en zijn vrouw naar Italië vlucht.
In het programma “Punto sobre la historia” op Telemadrid wordt alles nog een keer duidelijk uitgelegd.
Punto sobre la historia Pepita Tudó, la desnuda maja de Goya.

Lijst schilderijen

  • Venus met de spiegel, Diego Velazquez rond 1651 Londen National Gallery.
  • La Maja Desnuda, Francisco de Goya de Luciente 1800 Madrid El Prado
  • La Maja Vestida, Francisco de Goya de Luciente 1802 Madrid El Prado
  • Duquesa de Alba de negro, Francisco de Goya de Luciente 1797 New YorkThe Hispanic Society of America
  • Josefa de Tudó Cathalán Alemani, condesa de Castillofiel toegeschreven aan Ducker, Guillermo 1805 Madrid Museo Lázaro Galdiano

Goya en hekserij

Por Mayke Merkx, colaboradora del departamento de cultura del Instituto Cervantes de Utrecht

In het Museum Catharijneconvent in Utrecht is de tentoonstelling De heksen van Bruegel te zien. In samenwerking met het museum geeft Maria Tausiet op 5 november bij Instituto Cervantes Utrecht de lezing: “Niet te geloven!” Hekserij en ironie van Bruegel tot Goya.

Biografie Francisco de Goya y Lucientes (1746-1828)
Geboren in Fuendetodos in 1746 en overleden in Bordeaux in 1828. Hij schilderde maar maakte ook veel etsen en tekeningen. In zijn jonge jaren maakte hij “kartons” in kleurrijke rococostijl voor de koninklijke wandtapijtenfabriek Santa Barbara in Madrid.

De kunst van Goya is het begin van de moderne kunst. In 1770 reisde hij naar Italië waar hij in contact kwam met het neoclassicisme. Deze stijl neemt hij over. Bij zijn terugkomst in Spanje schilderde hij idyllische taferelen in heldere kleuren. In 1786 werd hij tot hofschilder benoemt.

Goya is een van de beste Spaanse schilders. In zijn ingewikkelde werk verbindt hij het vriendelijke, klassieke, monsterlijke, denkbeeldige en zijn innerlijke wereld. Hij is een voortreffelijke portrettist en in 1976 werd hij tot hofschilder benoemt.

In 1793 werd hij ernstig ziek waardoor hij doof werd. Dit leidde tot een nieuwe creatieve en originele stijl met minder pittoreske thema’s. Zoals etsen die hij maakte over de Onafhankelijkheidsoorlog tegen Frankrijk in Los desastres de la guerra (Verschrikkingen van de oorlog). Duistere krachten, irrationeel gedrag en de menselijke wreedheid, domineren Goya’s etsen uit dit album.

De doofheid veranderde zijn karakter en hij schilderde zijn binnenwereld; somber en erg donker. Het hoogtepunt van zijn werk zijn de schilderingen op de muren van zijn huis, Quinta del Sordo, Las Pinturas Negras. Daar begint de moderne schilderkunst.

In oktober 1824 verlaat Goya het onderdrukkende hof van Fernando VII en vlucht naar Bordeaux in Frankrijk. In deze stad overlijdt hij in 1828. Toen Goya op 82 jarige leeftijd overleed, had hij driehonderd etsen en 900 tekeningen gemaakt.

Heksen
Vanaf de Middeleeuwen is in de Europese cultuur het geloof in hekserij diep geworteld. Door de publicatie van boeken, zoals het vijftiende-eeuwse Malleus Maleficarum ook wel Heksenhamer genoemd, werd het geloof in het bovennatuurlijke en hekserij gevoed. Het boek werd gebruikt als een gids om een heks te herkennen. Het beïnvloedde de overtuiging dat heksen erg gevaarlijk waren. In de 16e en 17e eeuw werden heksen vervolgd door de kerk en Inquisitie. Dit duurde tot de Verlichting, een tijd waarin de heks een figuur van satire werd.

Goya vond dat hekserij is gebaseerd op redeloosheid en dat de angst wordt aangewakkerd door de kerk en Inquisitie, om zo de macht te behouden.

Goya: van oude meester naar moderne kunstenaar
Goya is vaak beschreven als de laatste kunstenaar van de oude meesters en de eerste moderne kunstenaar. De moderne kunst in Spanje begint met Goya.

De echte en spirituele wereld werden al gecombineerd in de religieuze kunst. Goya was één van de eerste schilders die een verband legde tussen de symbolieke wereld en de wereld van de Verlichting. Een politieke en filosofische
beweging die door gebruik van de rede, bijgeloof en machtsmisbruik van de kerk tegen wil gaan. Goya wilde met zijn werk een diepgaande dialoog over de heersende ideeën op gang brengen. Op het moment dat Goya niet meer aan het hof werkte, had hij de volledige vrijheid. De kunstenaar is meer aanwezig in zijn werk.

Reeks van schilderijen met heksen
De schilderijen met heksen zijn tegelijkertijd geschilderd. Oorspronkelijk bestond het uit een groep van zes schilderijen met dezelfde kleine afmeting. Ze zijn gemaakt in opdracht van de Hertogen van Osuna, la Alameda de Osuna, voor hun buitenverblijf in de buurt van Madrid.

Drie schilderijen uit deze serie worden nader toegelicht: De vliegende heksen, Heksensabbat en Samenzwering.

Vuelo de brujas, De vliegende heksen 1798
Museo del Prado Madrid

Drie personen in de lucht houden een man vast en ze eten hem op. Het zijn niet zoals gebruikelijk vrouwelijke
Goya_Vuelo_de_Brujas_foto_wiki_blogheksen, maar mannelijke. Ze dragen rokken en een “coroza”, deze hoeden werden gedragen door de Inquisitie. Er zijn kronkelende slangen op de hoeden geschilderd, die het kwaad vertegenwoordigen. Hun ontblote bovenlijf wekt de suggestie van flagellant (geselaar). Het slachtoffer spreidt zijn armen uit, heeft grote angstige ogen
en schreeuwt.

Onderaan het schilderij zien we twee boeren die in de duisternis de top van een berg hebben bereikt. De ezel, die eerder gestopt is op het pad, vertegenwoordigt de onwetendheid. De mannen zijn onschuldige voorbijgangers die niet willen weten wat er gebeurt. De ene man ligt op de grond en hij bedekt zijn oren, omdat hij het geschreeuw van de man in handen van de heksen niet wil horen. De andere man bedekt zijn hoofd met een laken tegen het licht en wil niet zien wat er gebeurt. Met zijn handen maakt hij het figa-teken (de duim tussen de wijsvinger en middelvinger) om het gevaar af te wenden.

Het satirische aspect in dit schilderij uit zich door het weergeven van bijgeloof en hekserij met personages die verkleed zijn als de Inquisitie. Het meest treffende in dit schilderij zijn de heksen. Het zijn heel tastbare, echte, geïdealiseerde, gespierde mannen. Hun armen en benen zorgen voor een uitbarsting van licht in de dichte duisternis.

Heksensabbat (El Aquelarre) 1797-1798
Museo Lázaro Galdiano in Madrid

Dit schilderij heeft als onderwerp het ritueel van de heksensabbat. De duivel verschijnt als een grote bok; Goya_El_Aquelarre_detalle_foto__Museo_Lazaro_Galdiano_blogeen wellustig figuur in de christelijke cultuur. Hij zit, gekroond met vijgenbladen, grote wijd open ronde ogen en hij straalt licht uit dat alle aanwezigen verlicht. Hij wordt omringd door jonge en oude heksen die hem kinderen aanbieden. Boven de hoofden van deze erg macabre bijeenkomst vliegen vleermuizen of vampiers die zich aan de heksen laten zien.

El Conjuro, Samenzwering (1797-1798)
Museo Lázaro Galdiano in Madrid

Het onderwerp van dit schilderij is een samenzwering van oude heksen. Een man met een wit overhemd wordt overvallen door heksen op zijn rustplaats. Boven zijn hoofd verschijnt het gezelschap van de koningin van de heksensabbat; heksen, vleermuizen en uilen. Het zijn allemaal bloedzuigers. De man wordt gekweld door de koningin van de heksen, die met haar gele cape in het middelpunt en in het licht van de naargeestige compositie is afgebeeld.

De andere heksen doen verschillende dingen: de oudste met een uil op haar hoofd, draagt een mand met kinderen die uit hun huis gestolen zijn. Naast haar staat een heks met een witte cape, die met kaarslicht de samenzwering voorleest. Daarnaast staat een andere heks die een speld in de rug van een foetus steekt om er bloed uit te zuigen, terwijl twee vleermuizen haar mantel vastgrijpen. Een andere heks verlicht met een kaars de angstige man. Vanuit de donkere hemel doemt een figuur op met lange botten in zijn handen, dit zou de duivel kunnen zijn. Het dramatische effect van dit schilderij ligt in de kracht van de compositie en de manier waarop Goya kleur gebruikt.

Linda meastra! (Mooie onderwijzeres!, ets, 1799)
Een oude heks leert een beginneling hoe ze op een bezem kan vliegen. De titel “Linda maestra!” is ironischLinda_maestra_Goya bedoelt gelet op de lelijkheid en gebrekkigheid van de oude heks.

Weble een Goya-kenner uit het begin van de twintigste eeuw (1936).

“Met de expressieve tekeningen van gezichten en handen, bereikt Goya een grootheid die te vergelijken is met Rembrandt. Een “Rembrandt“ die vertrokken is uit de buurt van het Bijbelse Palestina naar de levendige dagelijkse samenleving van 19e eeuw in Spanje”.

Geraadpleegde literatuur:

Goya in The Metropolitan Museum of Art, Colta Ives and Susan Alyson Stein, 1995
Goya 250 Aniversario, Juan J. Luna, Museo del Prado, Madrid, 1996
Goya and the Grotesque: A study of themes of witchcraft and monstrous bodies, A thesis in art History, Kristin Ann Ziech, University of Missouri, 2012
Goya Order & Disorder, Museum of Fine Arts, Boston, 2014
Goya The Witches and Old Women Album, The Courtauld Gallery, London, 2015

Fots’s detail: Wiki en Museo Lázaro Galdiano en Museo del Prado in Madrid.

Meer over hekserij weten?
kom naar de lezing “Niet te geloven!” Hekserij en ironie van Brueghel tot Goya
op donderdag 5 november om 19:00 uur bij Instituto Cervantes, Domplein 3 in Utrecht.

¡Quién lo creyera! Brujería e ironía de Brueghel a Goya

Por Isabel Lorda, directora del Instituto Cervantes de Utrecht

¿Sabías que la típica imagen de la bruja volando en una escoba se la debemos a Brueghel? Su manera de representar a las brujas y su entorno fue una fuente de inspiración para muchos artistas europeos.

El Convento de las Caterinas en Utrecht, Museum Catharijneconvent, expone Las bOpnamedatum:  2013-09-06rujas de Brueghel, una muestra de grabados, cuadros, manuscritos y objetos varios que nos adentran en el terrible y fascinante mundo de la brujería en Europa. A la vez es una reflexión sobre cómo la sociedad excluye y persigue a los que se atreven a pensar de otra manera.

Con motivo de esta exposición, nos visita María Tausiet, Doctora en Historia por la Universidad de Zaragoza y especialista en brujería, para enseñarnos cómo el gran artista español, Francisco de Goya, representó a las brujas dos siglos después de Pieter Brueghel.

¡No te pierdas esa “terrorífica” conferencia en el Instituto Cervantes de Utrecht!

Lugar: Instituto Cervantes, Domplein 3, Utrecht

Fecha:  05/11/2015 op 19:00 uur

Información en español

Informatie in het Nederlands

 

Curso de arte: el Museo del Prado

Por Alberto Colorado, abogado, gestor cultural, profesor

Os invitamos durante las cuatro sesiones de este curso a recorrer las salas del gran museo madrileño.

El Museo del Prado es sin duda una de los más importantes y prestigiosas pinacotecas del mundo. Además de contener las obras más relevantes de los grandes maestros españoles hasta finales del S. XIX, sus paredes exhiben algunas de las300px-The_Garden_of_Earthly_Delights_by_Bosch_High_Resolution mejores piezas de las otras grandes escuelas europeas. Fue principalmente la poderosa dinastía de los Habsburgo quien hizo acopio de obras fundamentales de los primitivos flamencos, el Quattrocento y el Cinquecento italiano o de los grandes maestros del siglo XVII. Así, a los Greco, Ribera, Zurbarán, Murillo, Velázquez o Goya se añadieron a la gran colección a pintores tales como el Bosco, Fra Angélico, Botticelli, Tiziano, Tintoretto, Rafael, Rubens, Van Dyck o Caravaggio.

Además abordaremos la historia del edificio y del museo. Se incentivará la participación activa del alumno en clase y el debate con el objetivo tanto de aprender de arte como de practicar español.

Horario: 18:30 a 21:30,
Fechas: los jueves desde el 22 de mayo al 19 de junio.
Nivel: El curso está dirigido a holandeses, o cualquier otra nacionalidad, con un nivel de español C1/C2.
Número de plazas: mínimo 6, máximo 12

La inscripción se realiza en https://clicutrecht.cervantes.es/es/cursos/4190

 

  • Twitter
  • Facebook
  • Correo electrónico
  • RSS

Instituto Cervantes Utrecht

Dirección: Domplein 3, 3512 JC, Utrecht (Países Bajos) Tel.: +31 302428470 Fax: +31 302332970 Horarios: Información y comunicación: De lunes a jueves: 10:00-18:00 Viernes: 10:00-15:00 Biblioteca: De lunes a jueves: 13:00-18:30 Viernes: 10:00-13:00 Contacto: cenutr@cervantes.es http://utrecht.cervantes.es

Categorías / Categorieën

© Instituto Cervantes 1997-2024. Reservados todos los derechos. cenutr@cervantes.es